woensdag 1 oktober 2008

Marathon

Zondag liepen 40.000 mensen de marathon van Berlijn. Dat geeft een gemiddelde van één loper per parcoursmeter. Allemaal een Griekse postbode achterna.

Net na de middag, Haile was al lang gefêteerd voor zijn nieuwe wereldrecord, passeerden nog vele ‘lopers’ op het parcours. De meesten verkeerden in staat van ontbinding. Hun proces varieerde van snelwandelen over kuieren tot strompelen.

Mijn zonnebril beschermde me adequaat tegen de herfstzon en de overdosis felkleurige shirts, spannende leggings en zilveren spikes. Een marathon blijkt trouwens het ideale moment om kledij te laten bedrukken. Zo spotte ik appelblauwzeegroene polo’s met de dwingende uitroep “Lauf, Detlev, LAUF!” en mocht ik - altijd in voor een portie pret - een foto trekken van een loper en zijn opgetrommelde entourage. Uitgelaten staken ze hun zelfgeschilderde pancartes omhoog: “Super Daniël, Run Run Run!”.

De arrivée lag op de boulevard tussen de Brandenburger Tor en de Siegessäule (waar Barack Obama onlangs zijn Kennedy-speech gaf). Het publiek ging er integraal en onafgebroken uit zijn dak, met behulp van kartonnen applaus-versterkers. Samen een extatische erehaag van eeuwigdurend applaus. Eén langgerekte laudatio, op het ritme van Rihanna en de Vengaboys.

De lopers: handen in de lucht, gebalde vuisten. Een oudere man kwam 100 meter voor de finish tot stilstand en vroeg medicijnen aan een fietsende Rode Kruis-medewerker. “Een groot applaus voor onze vriend uit Italië!”, zo zwengelde de journalist op groot scherm een verdere uitbarsting van euforie aan.

Mensen van alle slag pronkten na aankomst in een gele Adidas-vuilzak (tegen de onderkoeling) met hun gouden medaille (8 euro, bovenop de minimum 55 euro inschrijvingsgeld). Respect!

(Als je dit vouwt en er mee op je hand slaat, zorg je voor een oorverdovend applaus.)